Nederlandse geboortezorg: nieuwe cijfers over internationale positie

15-nov-2022

15 november 2022 – Europese vergelijking van de perinatale sterfte (sterfte rond de geboorte) laat zien dat Nederland dezelfde positie behoudt in de internationale rangorde. Dit blijkt
uit het vijfde EURO-PERISTAT 2022 onderzoek naar de perinatale gezondheid (gezondheid van moeder en kind rond de geboorte) in diverse Europese landen en regio’s in 2019.
Het onderzoek werd in Europees verband uitgevoerd onder leiding van het Institut National de la Santé et de la Recherche Médicale (Inserm, Frankrijk).

Perinatale sterfte 
Belangrijk punt in de rapporten is de perinatale sterfte in de verschillende Europese landen. De Nederlandse cijfers over perinatale sterfte zijn afkomstig van Perined. Perinatale sterfte bestaat uit twee  onderdelen: de foetale en de neonatale sterfte. Foetale sterfte is sterfte vóór de geboorte. Volgens EURO-PERISTAT zijn deze internationale cijfers het beste te vergelijken als gekeken wordt naar foetale sterfte bij een zwangerschapsduur van 28 weken of meer. Neonatale sterfte is sterfte na de geboorte, tot
28 dagen na de geboorte. Deze internationale cijfers zijn het beste te vergelijken als gekeken wordt naar neonatale sterfte bij een zwangerschapsduur van 24 weken of meer. De foetale en neonatale sterfte vormen bij elkaar opgeteld de perinatale sterfte. De cijfers over deze verschillende uitkomsten zijnbekend voor 23 Europese landen.

Nederland staat qua deze samengestelde perinatale sterfte op de 14e plaats van deze 23 landen (zie afbeelding). Wat betreft de foetale sterfte staat Nederland op 8e plaats en voor de neonatale sterfte op de 17e plaats. De Nederlandse positie in deze rangordes is onveranderd t.o.v. eerdere rangordes uit 2015 met dezelfde landen.


Ruimte voor verbetering
De Nederlandse EURO-PERISTAT-Stuurgroep constateert dat de Nederlandse positie rondom perinatale sterfte beter kan en dat terugdringen van de sterfte noodzakelijk en mogelijk is. Dit komt ook naar voren in het RIVM-rapport ‘Beter weten’ uit 2020. Internationale vergelijkingen zijn ingewikkeld en interpretatie
is lastig. Zo is onduidelijk waardoor verschillen tussen landen worden verklaard, maar weten we al wel veel over welke factoren samenhangen met een hogere sterfte.

Factoren die de kans op perinatale sterfte vergroten, zoals overgewicht, zijn de laatste jaren toegenomen. Ook sociale factoren, zoals laaggeletterdheid, taalachterstand en armoede hebben een negatieve nvloed. Daarom is inzet op preventie van deze risicofactoren belangrijk. Zorgverleners én overheid pakken dit aan. Zo is er het programma Kansrijke Start, waarin zorgverleners uit de geboortezorg intensief samenwerken met partners als wijkteams en jeugdgezondheidzorg om kinderen een zo goed mogelijke start te geven. De Nederlandse geboortezorg werkt aan de hand van de Zorgstandaard Integrale Geboortezorg. Het kent een systeem van zorgverlening, waarbij de vrouw zorg krijgt aan de hand van de zorgbehoefte op dat moment. Zorgverleners werken daarbij samen in Verloskundig SamenwerkingsVerbanden (VSV’s). Voor een betere, toegankelijke zorg is versterking van de VSV-organisatie ook van belang. Mede op grond van verbeterpunten uit Perinatale Audit-bijeenkomsten wordt in de VSV’s, met professionele inzet van de zorgverleners, een kwaliteitscyclus doorlopen. Goede ICT en dossiervoering zijn hierbij belangrijke randvoorwaarden. Benchmarken, vergelijken en bespreken maakt
de geboortezorg beter. 

In het nieuwste EURO-PERISTAT rapport neemt de Nederlandse geboortezorg wederom een middenpositie in. Dat kan beter. Het gaat immers om het optimaliseren van het welzijn van moeder en kind, nu en op de lange termijn. Het EURO-PERISTAT 2019-rapport is te downloaden via www.europeristat.com